NL / ENG

Vanaf volgend jaar spoelt iedereen CO₂ certificaten door

Vanaf volgend jaar spoelt iedereen CO₂ certificaten door

Echt? Hoe dat zo?!

Wie betaalt er voor CO₂ emissies en -certificaten in Nederland? Dat zijn vooral het midden- en kleinbedrijf, de individuele belastingbetaler en de grote industriële bedrijven. Volgens veel onderzoekers qua bijdrage ook in die volgorde. Industriële bedrijven die meer dan 25.000 ton CO₂ uitstoten en alle energiebedrijven worden via het Europese Emission Trade System (ETS) verplicht CO₂ certificaten te kopen. 

De prijs voor een ton CO₂ emissierecht is dit jaar fors gestegen. Van gemiddeld € 24,- per ton CO₂ in 2019 en 2020 naar zo’n € 61,- per ton op dit moment. De verwachting is dat door de toegenomen economische bedrijvigheid en het verder verlagen van het aantal emissierechten de prijs verder stijgt. De ETS zal daardoor meer verschil gaan maken. In Nederland nemen zo’n 135 bedrijven deel aan het ETS. Het midden- en kleinbedrijf en sectoren als transport en landbouw en organisaties maken er nog geen deel van uit. Een enorme gemiste kans, want dat is samen zo’n 60% van alle CO₂ emissies in Nederland en deze gaan vaak gepaard met nog schadelijker gassen. Denk bijvoorbeeld aan methaan in de landbouw.

Enorm CO₂ gat
Het gaat dus om een enorme hoeveelheid CO₂ uitstoot die nog niet beprijsd is. De meeste  economen zijn het erover eens dat beprijzing van vervuiling een effectief instrument is. De 60% CO₂ vervuiling die buiten de ETS valt is een kans die we niet voorbij kunnen laten gaan. Dat vinden ook veel organisaties in Nederland. Om een begin te maken met het opvullen van dit CO₂ gat is een breed nationaal Nederlands initiatief gestart voor een nationale markt voor CO₂ emissies. Hierbij zijn nu al zo’n 30 organisaties aangesloten.

Nationale Koolstofmarkt en nieuwe markt voor beprijsde emissies
Dit initiatief heet de Nationale Koolstofmarkt (NKM) . De NKM werkt net als de ETS met CO₂ certificaten die worden beprijsd in een markt met kopers en verkopers. Deze markt is vooralsnog vrijwillig. Alle organisaties en bedrijven die hun CO₂ emissies omlaag willen brengen, kunnen projecten aanmelden bij de Nationale Koolstofmarkt. Daarmee is de NKM dus officieel de nationale evenknie van het Europese ETS.

Kopers kunnen met deze nieuwe CO₂ certificaten aantonen dat zij in Nederland werkelijk bijdragen aan het verlagen van het CO₂ gat. Omdat het gaat om exact berekende tonnen CO₂ kunnen zij bewijzen hoeveel zij hun milieuprestaties indirect verder verbeteren. Of je brengt als organisatie eigen CO₂ reducerende projecten in. Koop je de CO₂ certificaten op de Nationale Koolstofmarkt, dan draag je dus direct bij aan het succes van nationale groene projecten. Je kunt als kopende partij ook bewust kiezen voor lokale of regionale projecten in de omgeving van je organisatie en daarmee je medewerkers.

Dubbele emissies voorkomen
De NKM onderkent dat Recell wordt gewonnen uit nog niet ontgonnen reststromen. Recell wordt daarom gewaardeerd met extra CO₂ certificaten. Hoe werkt dat?

Pas je Recell’s cellulose toe als bijvoorbeeld producent van bouwmateriaal, chemische tussenproducten of asfalt, dan betekent dit dat je niet alleen hergebruikte grondstof toepast, maar ook de verbranding of storting van cellulose voorkomt.

Het verschil tussen verbranden van cellulose en terugwinnen door Recell wordt door de Nationale Koolstofmarkt gewaardeerd in tonnen CO₂ besparing en daarmee CO₂ certificaten. Deze certificaten komen ten goede van Recell, de eigenaren van reststromen of de producenten van een breed scala van producten. Al naar gelang de wensen die in Recell’s markten leven. Recell kan met internationaal erkende LCA-software precies voor je uitrekenen hoeveel ton CO₂ je behaalt met het winnen van tertiaire cellulose.

Nationale Koolstofmarkt en prijzen
De koop en verkoop van de nieuwe CO₂ certificaten start in de loop van 2022. Er gaat dan op de Nationale Koolstofmarkt betaald worden voor Recell’s cellulose uit reststromen en dat komt ten goede van de eigenaren van reststromen en bedrijven die Recell Cellulose toepassen. Recell verwacht dat steeds meer eigenaren van reststromen zullen aankloppen.

Ben je producent en pas je tertiaire cellulose toe, dan bespaar je door de band genomen alle CO₂ uitstoot van de stoffen die je vervangt. Immers, volgens de LCA-meetmethodiek heeft Recell Cellulose een milieu-impact van nul of vrijwel nul. De effecten van Recell grondstoffen op je LCA-prestaties kunnen aanzienlijk zijn, gunningen en andere concurrentievoordelen opleveren. Recell kan precies voor je uitrekenen (https://recell.eu/nl/over-ons#recell-services) wat de vermindering van de milieu-impact van je producten zal zijn. Recell berekent dat met de bekende software van Ecochain.

Reststromen ontginnen 
Ook kan de R&D-afdeling van de Recell Groep onderzoeken hoeveel cellulose in reststromen zit en bepalen onder welke voorwaarden deze grondstof economisch winbaar is. Vaak is er veel meer mogelijk dan bedrijven denken en wordt hardnekkig afval ineens toch weer kostbare grondstof. Het scheelt bovendien het kostbare storten of verbranden en ook dat levert meteen besparing op. Als bedrijf kan je dus ineens cellulose winnen uit reststromen, besparen op afvalverwerking en er bovendien CO₂ certificaten bij krijgen.

Iedereen in Nederland zou toch CO₂ certificaten doorspoelen?
Maar hoe zit dat dan met de gemiddelde Nederlander? Iedereen zou toch in 2022 CO₂ certificaten doorspoelen?! Dat klopt, vanaf volgend jaar treedt de Nationale Koolstofmarkt in werking en laat rioleringswater nu ook een hardnekkige reststroom zijn waar cellulose uit teruggewonnen gaat worden… Door de winningstechnologie van Cellvation, onderdeel van de Recell Group, is het wel mogelijk om cellulose (‘ex-toiletpapier’) terug te winnen en hoeven we als Nederlander straks dus ook geen cellulose en dus geen CO₂ certificaten meer door te spoelen. Naast een goede kwaliteit wc-papier moet ook dat een gerust gevoel geven!