NL / ENG
De-ingrediënten-voor-circulair-aanbesteden-samenwerking

De ingrediënten voor circulair aanbesteden: samenwerking…

De ingrediënten voor circulair aanbesteden: samenwerking, bewustwording en overtuigingskracht

Meestal bekijken we inkoop vanuit de kant van de inkoper of aanbestedende dienst, maar hoe vergaat het de verkopende partij als die een circulair product aan de man wil brengen? We vroegen het aan marktpartijen die een circulair product op de markt hebben gebracht of verkopen.

Je bent in gesprek met een gemeente die jouw circulaire kantoormeubilair wil afnemen. Maar de financiële systemen ondersteunen alleen een afschrijving op lineaire basis. En daarmee valt een veelbelovende circulaire aanbesteding in het water. Of een opdracht ketst af omdat het de inkopende organisatie te veel geld kostte na te gaan welke kostenbesparing circulair werken op zou leveren.

Het zijn twee opvallende obstakels die Douwe Jan Boersma als circulair ondernemer al tegen is gekomen. OPnieuw! voorziet overheidsinstanties en andere bedrijven onder andere van refurbished of remanufactured kantoormeubilair. Zo verwerkte OPNieuw! Afvalbakken van vliegmaatschappij Corendon tot nieuwe producten en zijn onderdelen van oude NS-sprinters gebruikt voor een meubellijn.

Samenwerken
Volgens Boersma moeten instanties veel meer dan bij de inkoop van lineaire producten, investeren in tijd, geld en samenwerking. Aan die investering ontbreekt het nog weleens. “Men denkt “we gaan even een stuk schrijven, we zetten er een paar juristen op, we huren een bureau in en daarmee hebben we de situatie wel onder controle, maar zo werkt het niet.” Edwin Loman, accountmanager bij Recell, beaamt dat samenwerking extra belangrijk is bij een circulaire aanpak. Dat begint voor hem al bij de productie. Recell maakt van gebruikt wc-papier uit rioolwater cellulose. Dat wordt bijvoorbeeld toegepast in asfalt, om ontmenging van het verse asfalt te voorkomen. “Wij kunnen alleen opschalen als er voldoende vraag is naar ons product, en als er voldoende reststromen beschikbaar zijn.” Partners uit de hele keten zijn nodig om van het product een succes te maken. “En dan moet je kijken hoe je daar samen een gesloten keten kunt maken, dat is natuurlijk het mooist”, zegt Loman.

Zowel Boersma als Loman zien dat de innovatiekracht veelal bij kleine bedrijven vandaan komt. Volgens Boersma zetten grote bedrijven zich graag als circulair en innovatief in de markt, maar hoeven de grootste innovaties daar niet vandaan te komen. Loman: “Ik denk dat de echt interessante innovaties voornamelijk bij kleinere start-ups ontstaan. Grote bedrijven doen wel aan ontwikkeling maar je ziet dat heel veel innovaties bij eenpitters of kleine bedrijven vandaan komen.”

Bewustwording en overtuigingskracht
De bewustwording van de circulaire economie, ondanks impulsen van de Nederlandse overheid en andere initiatieven, is volgens Boersma nog wel onder de maat. “Ik zeg niet dat grote bedrijven geen bewustwording hebben, maar er zijn heel veel overheidsinstellingen waar de bewustwording laag is.” Er is volgens hem vaak onduidelijkheid over de definitie van circulariteit. Veel mensen denken dat het hergebruik van materialen behelst, maar hij hanteert zelf een veel breder begrip. Het sociale aspect bijvoorbeeld, maar ook verder kijken dan alleen CO2-impact.

Bij de levering van FSC-hout aan overheidsprojecten merkt Ellard Schutte dat de wil er zeker is. Hij is, commercieel medewerker bij Wijma, leverancier van hardhout. Wijma zit regelmatig aan tafel bij aanbestedingen voor gww-projecten van Rijkswaterstaat. In zijn ervaring kiest de overheid nagenoeg altijd voor een duurzaam product, ook al is dat duurder dan niet gecertificeerd hout. “De Nederlandse overheid is daar heel erg streng in. Maar in het buitenland merk je dat dat minder leeft. In Nederland stimuleren ze juist een verantwoord, duurzaam product, waar in het buitenland de prijs vaker een argument is.”

Schutte merkt dat ‘circulair’ een steeds belangrijker thema wordt bij de verkoop van bouwmaterialen. De vraag neemt vooralsnog niet toe, maar er de concurrentie op de markt voor circulaire materialen groeit. Andere branches springen maar al te graag in op de circulaire trend. “Vroeger was er een beperkt aantal producten, maar op dit moment maakt composiet bijvoorbeeld echt een opmars. Producenten hameren graag op het circulaire aspect, terwijl het CO2– technisch helemaal niet zo milieuvriendelijk is.”

Die ontwikkeling leidt er ook toe dat er meer overtuigingskracht nodig is om producten aan de man te brengen bij een (circulaire) opdracht. “Wij merken vooral dat de overtuigingskracht voor je product groter moet zijn omdat de concurrentie groter is. En soms is het lastig om het prijsverschil uit te leggen tussen de duurzame keuze en de iets minder duurzame keuze.” Ook Loman merkt dat. “Mensen komen niet aanwaaien en zeggen, doe me maar wat. Er is wel interesse, maar het gaat niet over één nacht ijs.”

Is Nederland circulair in 2050?
Over de doelen van de Nederlandse overheid is hij ook stellig. In zijn ogen is het niet verstandig van nul naar honderd te willen gaan. “Stel gewoon doelen, realistisch.” Hij geeft nog een voorbeeld: “Een overheidsaanbesteding waar wij zijdelings bij betrokken waren is uitgegeven en toen weer teruggetrokken omdat die niet realistisch was. Daarin vroegen ze of wij konden herstofferen zonder nietjes. Dat is op zich geen probleem, dat is technisch mogelijk. Maar er wordt niets over het esthetische gedeelte gezegd. Want als je herstoffeert zonder nietjes kun je de stof lang niet zo straktrekken, dus heb je meer kans op plooien. Dus ik merk wel dat er veel theoretici aan het woord zijn die nooit bij ons zijn geweest om te kijken hoe het werkt in de praktijk.”

Boersma blijft ondanks de uitdagingen optimistisch: “Je moet een paar mensen hebben die zeggen: we willen dit gewoon. Er zijn mensen die heel graag willen, ook bij overheidsinstellingen. Die gaan er echt voor.”

Ook Loman denkt dat de gestelde doelen behoorlijk ambitieus zijn. Hóe die te behalen resultaten meetbaar gemaakt moeten worden, is de volgende vraag